Gegevensbeschermingsautoriteit bevestigt fiat voor delen van e-mailgegevens binnen de mede-eigendom
In een beslissing van 23 december 2024 bevestigt de gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) dat zij geen graten ziet in het verspreiden door de syndicus van het e-mailadres en bepaalde e-mails van een eigenaar aan andere mede-eigenaars.
De GBA komt tot dit besluit bij wege van “opportuniteitssepot”. Dat wil zeggen dat ze geen doorgedreven onderzoek en beoordeling ten gronde gedaan heeft, maar op basis van enkele overwegingen tot de vaststelling komt dat het aangewezen is de klacht te seponeren.
De overwegingen hier zijn onder meer dat het op het eerste zicht niet voorkomt dat er geen wettelijke basis zou zijn om het e-mailadres van een eigenaar te delen met andere mede-eigenaars. Dit kan immers onder de zesde vrijstellingsgrond van de GDPR, “gerechtvaardigde belangen”, vallen, met name om het beheer van de mede-eigendom te vergemakkelijken. Daarbij geldt dat een mede-eigenaar redelijkerwijs kan verwachten dat zijn of haar e-mailadres wordt gedeeld met de andere mede-eigenaars, mits dit strikt beperkt blijft tot de specifieke behoeften van de mede-eigendom. Wat de e-mails zelf betreft, overweegt de GBA dat niet kan worden geconcludeerd dat deze onterecht of op onevenredige wijze zouden zijn verspreid.
Deze beoordeling ligt in de lijn van eerdere uitspraken over mede-eigendom van de Privacycommissie en van de GBA, waarin het uitgangspunt is dat het functioneren van een mede-eigendom nu eenmaal vereist dat in zekere mate aan verwerking van persoonsgegevens gedaan wordt.
(FVI)